In de 18e en 19e eeuw dronken deftige dames dagelijks thee uit fraaie porseleinen kopjes. Ze wasten de kopjes zelf af omdat ze de handen van de dienstmeiden daar te grof voor vonden. Het afdrogen gebeurde met een zeer verfijnde damasten doek. De doek werd alleen voor de theekopjes gebruikt, vandaar de naam theedoek. Een naam die nooit meer verdwenen is. Zeer open gesponnen: maximale absorptie Honderd jaar geleden was een goed gevulde linnenkast de trots van veel vrouwen. Zo was er een een toilet-, fontijn-, zilver-, kopjes-, glas-, borden-, kommen-, keuken-, closet-, pot- en theedoek. Afhankelijk van de functie verschilden onder meer het materiaal en de dikte van het garen waarmee de doek geweven was. Deze Twentse Damast theedoeken zijn gemaakt van zeer open gesponnen katoen, zodat ze optimaal vocht opnemen. Vandaag verkrijgbaar in drie kleuren: ecru, taupe en antraciet. Tot morgen!