Alain Resnais werd in 1922 geboren in Vannes, Frankrijk. Hij studeerde aan het Parijse instituut voor hogere cinematografie (IDHEC). Hij begon zijn regiecarrière als documentairemaker en verwierf door de gewaardeerde films Van Gogh (1948), Gauguin (1950) en Guernica (1950) een goede reputatie. Resnais won tijdens zijn carrière diverse prijzen. Last Year At Marienbad (1961) sleepte in 1961 de Gouden Leeuw in Venetië in de wacht. De door critici de hemel in geprezen speelfilm Hiroshima Mon Amour werd in 1961 onderscheiden met de BAFTA Award voor de beste film. Vele jaren later, in 1980, won Mon Oncle d'Amérique (1980) de grote prijs op het filmfestival van Cannes. Resnais haalde in 1995 de Gouden Leeuw ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van films binnen.
Hoewel hij wordt erkend als een van de belangrijkste leden van de New Wave, is Resnais ouder dan de meesten, zoals Truffaut, Godard, Chabrol en Rivette. Hij wordt ook geassocieerd met wat Roud heeft omschreven als de ‘left-bank New Wave’. Zijn oeuvre bestaat uit een verkenningstocht door de tijd en het geheugen en biedt daarnaast vaak een moeilijke ontdekkingsreis door de eigentijdse kunst van het vertellen van verhalen.